We worden als pasgeboren kind met een ‘heel’ bewustzijn op de wereld gezet, zoals Louise Hay het zo mooi beschrijft :
‘We were all born beautiful little babies
Totally open and trusting life
With lots of self-worth and self esteem
If we are not that way know
Then somewhere along the line
Someone taught us otherwise
We can unlearn those things taught’
(Louise Hay)
Laten we dus even terug gaan naar de kindertijd. Als kind is je gezinssituatie het uitgangspunt, je normaalsituatie. Het is jouw ‘systeem’ waarin je geboren bent waarin je een bepaalde rol en taak op je neemt. Je neemt de situatie, waar je toch niet aan kan ontsnappen, zoals ze is. Als kind wil en kun je niet beseffen dat je ouders – waar je aan overgeleverd bent – je niet geven wat je nodig hebt en mogelijk een gevaar voor je zijn. Wat overigens ook helemaal niet nodig is, jouw ouders wensen enkel het beste voor jou vanuit hun eigen kader. Waar het hier dan vaak over gaat is aandacht, liefde, (h)erkenning.
Dus (om te overleven) verdring je jouw pijn en een traumatische ervaring met de illusie van een gelukkige jeugd met liefhebbende ouders. Voor een gezonde, fysieke en psychologische ontwikkeling heb je als kind enkele basisbehoeften zoals voeding, veiligheid, begeleiding, aandacht, tedere fysieke aanraking en onvoorwaardelijke liefde. Je wenst als kind het gevoel mee te krijgen dat je er helemaal mag zijn en dat er van je gehouden wordt, ongeacht je gedrag of prestaties. Je volkomen welkom voelen in deze wereld, precies zoals je bent.